Het middeleeuwse getouw (12de eeuw – 1681/1719).
Weven is altijd het kruisen van garen : de kettingsdraden en de inslaggaren. Het manueel getouw toont u hoe een middeleeuwse ambachtman zijn getouw bereidde. De kettingsdraden lopen naar de kroon van het getouw, eerst op verdelingsrollen en daarna geven de valrollen de aangepaste inspanning (door tegengewichten bij voorbeeld gevuld met zand).
De wever moet dan de kettingsdraden nog door het verdelingsriet, de schachten en het voorriet introduceren. De kettingsdraden zijn gescheiden door het doorhalen in de evels van de schachten. Als de wever op de trappers duwt, gaat een schacht naar omhoog met de hleft van de kettingsdraden terwijl de andere schacht naar beneden gestuurd is met de andere helft. Zo ontstaat een opening die de gaap genoemd is. Daar tussen kan de wever de schietspoel met de inslaggaren doorvoeren en met de klopper de scheute doorweven. Om verder te gaan, wordt deze beweging opnieuw herhaald.
Het stangweefgetouw (gekend in Komen sinds 1681).
Men zegt dat Philippe Jacques Hovyn, een rijke ieperse vlashandelaar, een nieuw getouw in 1719 te komen geimporteerd heeft. Maar het is fout! Zo’n nieuw weefgetouw, het stangweefgetouw, verschijnt in het einde van de zeventiende eeuw (ca. 1681) te Komen. Maar Hovyn opricht een vlaspakhuis te Komen Frankrijk (de grens tussen het noord en het zuid van Komen werd in 1713 beslist, via de teksten van de verdragen van Utrecht) : bij deze ondernemer gaat de wever zijn kettingsbobijnen en zijn draden voor de spoelen halen. Het is vaak zijn vrouw en zijn kinderern die deze spoelen berdeiden. De ondernemer betaald de wever voor zijn weekelijkse produktie.
Met een stangweefgetouw kan de wever meer produceren : ongeveer 150 meters lint per dag maar toch in 14 uren! De stang brengt de vliegwielen gekoppeld aan een as in beweging. Daardoor beginnen de excentrieken te werken. De schachten gaan naar boven en beneden en de schietspoelen lopen door de gaap.
Ons stangweefgetouw werdt in 1993 door Simon Vanhée en Jules Mortreu hergebouwd, via plannen en dokumenten van het “Encyclopédie” van Diderot en d’Alembert (1751-1772).
0 Comments